Statuten

(deze statuten zijn ook als PDF te downloaden)

 

STATUTEN

Amersfoortse Schietsportvereniging “Prins Hendrik”
per 4 mei 2017

Artikel 1:  Naam en zetel
Artikel 2:  Doel
Artikel 3:  Organisatie
Artikel 4:  Leden
Artikel 5:  Algemene rechten en verplichtingen
Artikel 6:  Straffen
Artikel 7:  Einde lidmaatschap
Artikel 8:  Bestuur
Artikel 9:  Taken en bevoegdheden bestuur
Artikel 10: Vertegenwoordiging
Artikel 11: Beroep tegen beslissingen bestuur
Artikel 12: Wedstrijdcommissies
Artikel 13: Commissies
Artikel 14: Boekhouding en financiën
Artikel 15: Rekening en verantwoording
Artikel 16: Algemene vergadering
Artikel 17: Het bijeenroepen van de algemene vergadering
Artikel 18: Toegang tot de algemene vergadering
Artikel 19: Agenda van de algemene vergadering
Artikel 20: Quorum
Artikel 21: Besluiten
Artikel 22: Reglementen en uitvoeringsbesluiten
Artikel 23: Statuten
Artikel 24: Ontbinding en vereffening

Artikel 1 Naam en zetel
1. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid draagt de naam: Amersfoortse Schietsportvereniging Prins Hendrik en wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als: de vereniging.
2. De vereniging is gevestigd in de gemeente Amersfoort.

Artikel 2 Doel
1. De vereniging stelt zich ten doel haar leden de schietsport te doen beoefenen, met inachtneming van de voorschriften van de ter zake bestaande wettelijke en eventueel plaatselijke verordeningen, alsmede met inachtneming van de door de Koninklijke Landmacht gestelde voorwaarden wanneer gebruik wordt gemaakt van een militaire schietbaan.
2. De vereniging tracht haar doel onder meet te bereiken door:
a. het in stand houden en/of beheren van een schietsportaccommodatie;
b. het geven van instructies aan hen die de schietsport (willen) beoefenen;
c. het houden van oefeningen;
d. het deelnemen aan wedstrijden en competities;
e. het organiseren van wedstrijden en evenementen, met inachtneming van de voorschriften van de ter zake bestaande wettelijke en eventuele plaatselijke verordeningen;
f. lid te zijn van de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie, in de statuten en reglementen nader aan te duiden als KNSA.

Artikel 3 Organisatie
1. De vereniging kent een bestuur dat de vereniging leidt en dat verantwoording verschuldigd is aan de algemene vergadering die uit alle leden van de vereniging bestaat.
2. De vereniging kent een wedstrijdcommissie waarbij de binnen de vereniging beoefende schietsport disciplines zijn ondergebracht.
3. Organen van de vereniging zijn het bestuur, de algemene vergadering en die personen en commissies die op grond van de statuten door de algemene vergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.

Artikel 4 Leden
1. Als lid van de vereniging wordt alleen toegelaten:
a. een natuurlijk persoon van achttien (18) jaar of ouder;
b. die een door de KNSA voorgeschreven formulier heeft ingevuld, en
c. die het origineel van een geldig legitimatiebewijs heeft getoond, waarvan het nummer in de administratie wordt genoteerd, en
d. die een verklaring omtrent het gedrag heeft overgelegd tenzij de betrokkene reeds beschikt over een verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen, in welk geval geen verklaring omtrent het gedrag behoeft te worden overgelegd, en
e. die na het volgen van een introductiecursus de vaardigheidsproef met goed gevolg heeft afgesloten.
2. Een persoon die de schietsport met vuurwapens of luchtdrukwapens wil beoefenen en verzoekt als lid van de vereniging te worden toegelaten, verzoekt tevens toegelaten te worden als (sport)schutter van de KNSA. Het bestuur legt het verzoek tot toelating voor aan het bestuur van de KNSA. Wanneer de KNSA de betrokkene niet als (sport)schutter toelaat, kan de betrokkene niet als lid van de vereniging toegelaten worden.
3. Een persoon die verzoekt als lid van de vereniging te worden toegelaten krijgt eerst, nadat hij of zij de proefperiode met goed gevolg heeft afgesloten, de status van “aspirant” gedurende zes (6) maanden. Een proefperiode is de introductie periode waarin het een toekomstig lid maximaal drie keer is toegestaan om onder begeleiding te komen schieten en dan een besluit neemt om het genoemde aspirant lidmaatschap aan te vragen.
4. Het bestuur besluit niet eerder over de toelating tot het lidmaatschap van de vereniging dan nadat de KNSA heeft besloten de betrokkene als (sport)schutter van de KNSA toe te laten. Wanneer het bestuur niet tot toelating besluit kan de algemene vergadering, met inachtneming van het in dit artikel bepaalde, op verzoek van de betrokkene alsnog tot toelating besluiten.
5. Het bestuur kan weigeren betrokkene als (sport)schutter toe te laten wanneer op grond van verkregen indruk, informatie, feiten of gedragingen het niet verantwoord geacht wordt de betrokkene als (sport)schutter toe te laten. Een weigering behoeft niet met redenen te worden omkleed, en wordt schriftelijk medegedeeld.
6. Gedurende het eerste jaar van het lidmaatschap heeft het lidmaatschap een voorwaardelijk karakter. Het bestuur beoordeelt het lid op diens schietkwaliteiten, het naleven van de veiligheidsregels, het omgaan met en het gebruik van wapens, de omgangsvormen, een en ander om te beoordelen of het na afloop van die periode van een jaar verantwoord is de betrokkene de schietsport te laten beoefenen. Het bestuur kan tijdens het eerste jaar het lidmaatschap door opzegging onmiddellijk beëindigen.
7. De vereniging kent ook juniorleden. Voor toelating als juniorlid gelden dezelfde voorwaarden als voor toelating als gewoon lid. Na toelating als juniorlid zijn de statuten en reglementen van de vereniging op de betreffende junior van toepassing, met dien verstande dat een juniorlid geen stemrecht heeft in de vereniging.
8. De wijze van toelating kan nader worden geregeld in een reglement.
9. Het bestuur houdt een ledenregister bij. In dit register worden alleen die gegevens bijgehouden die voor het realiseren van het doel van de vereniging noodzakelijk zijn.
10. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een persoon die zich voor de vereniging verdienstelijk heeft gemaakt het predicaat ‘lid van verdienste’ verlenen.
11. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een persoon die zich voor de vereniging gedurende lange tijd zeer verdienstelijk heeft gemaakt het predicaat ‘erelid’ verlenen.

Artikel 5 Algemene rechten en verplichtingen
1. Leden van de vereniging zijn verplicht:
a. de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging na te leven;
b. de statuten, reglementen en besluiten van de KNSA na te leven;
c. de belangen van de vereniging, van de KNSA en/of van de schietsport niet te schaden;
d. de statuten, reglementen en besluiten van de International Shooting Sport Federation (ISSF), de European Shooting Confederation (ESC) en Muzzle Loaders Association International Committee (MLAIC) na te leven;
e. alle overige verplichtingen die de vereniging in naam of ten behoeve van de leden aangaat of die uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
2. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement dan wel bij besluit van het bestuur of van de algemene vergadering.
3. Een lid is verplicht zijn financiële verplichtingen op de door de vereniging aangegeven datum (de vervaldatum) te voldoen. Indien het lid een maand na de vervaldatum niet geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, is hij vanaf die datum zonder recht van beroep uitgesloten van deelname aan de activiteiten van de vereniging totdat het lid geheel aan diens financiële verplichtingen heeft voldaan. Gedurende die periode kan het lid in de vereniging geen rechten uitoefenen en blijft het verplicht te voldoen aan alle verplichtingen die uit het lidmaatschap voortvloeien.
4. Indien een lid niet tijdig voldoet aan zijn financiële verplichtingen tegenover de vereniging, is het lid vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd. Blijft het lid geheel of gedeeltelijk in gebreke, nadat het lid een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het lid behalve de wettelijke rente ook tien procent aan buitengerechtelijke kosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Volhardt het lid in zijn verzuim, dan is hij naast de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten ook alle, redelijkerwijs voor de inning van zijn schuld aan de vereniging, door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter anders beslist.
5. Het gebruik of doen gebruiken van verboden middelen en/of methoden (doping) is verboden. Leden zijn verplicht hun volledige medewerking te geven aan dopingcontroles en zich te houden aan het Dopingreglement van de KNSA.
6. Leden onthouden zich tegenover andere leden van elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering dan wel van fysiek ongewenst gedrag, alsmede van (verbaal) geweld, racistische uitlatingen en dergelijke, in verbale, non verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door het andere lid, die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een overtreding.

Artikel 6 Straffen
1. Bij een overtreding van de statuten, reglementen en/of besluiten kan het bestuur aan een lid een straf opleggen.
2. Een overtreding is elk handelen of nalaten:
a. dat in strijd is met de statuten en reglementen of met een besluit van het bestuur of van de algemene vergadering;
b. dat de belangen van de vereniging of van de schietsport, waaronder begrepen het gedrag zoals bedoeld in artikel 5 lid 6, schaadt.
3. Indien het bestuur een straf heeft opgelegd, kan het lid hiervan binnen een maand in beroep gaan bij de algemene vergadering. Het beroep moet binnen drie maanden zijn behandeld.

Artikel 7 Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van de vereniging eindigt door de dood van het lid of door opzegging of door ontzetting (royement).
2. Wanneer de KNSA aan een lid de status van (sport)schutter ontneemt, is de vereniging gehouden het lidmaatschap van het desbetreffende lid door opzegging met onmiddellijke ingang te beëindigen.
3. Het lid kan zijn lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Een lid kan voorts het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat:
a. hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of splitsing van de vereniging;
b. hem een besluit is bekend geworden of meegedeeld waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de opzegging niet op hem van toepassing is.
Het lidmaatschap kan niet met onmiddellijke ingang worden opgezegd wanneer het een wijziging van rechten en verplichtingen betreft die nauwkeurig zijn omschreven of wanneer een verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.
In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang door opzegging beëindigen, wanneer redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur. In aanvulling op het gestelde in artikel 7.2. van deze statuten, kan de vereniging het lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Opzegging door de vereniging kan geschieden wanneer:
a. het lid zijn verplichtingen tegenover de vereniging niet of niet tijdig nakomt, waaronder doch niet uitsluitend die van artikel 5;
b. de KNSA de status van (sport)schutter ontneemt aan het lid;
c. het lid de statuten of reglementen ernstig of meermalen overtreedt;
d. het lid de belangen van de vereniging of van de schietsport schaadt;
e. het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen.
Voorts kan de vereniging het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging doen beëindigen wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren.
5. Een opzegging door een lid geschiedt tegen het einde van het boekjaar met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier (4) weken. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het einde van het daaropvolgende boekjaar. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet hij zijn verplichtingen nakomen.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap (royement) geschiedt door het bestuur wanneer een lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging, dan wel de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Het lid wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Het lid kan binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit tot royement in beroep gaan bij de algemene vergadering.
7. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid tot ten hoogste het einde van het boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de vereniging of zolang een aangelegenheid waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.

Artikel 8 Het bestuur
1. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf (5) meerderjarige personen. De algemene vergadering bepaalt het aantal bestuursleden.
2. Het bestuur kent een voorzitter, (eventueel) een vice-voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Het bestuur verdeelt de overige functies.
3. Leden die op enigerlei wijze als privé-persoon betrokken zijn bij de handel in wapens, munitie, schietsportartikelen, schietbaanexploitatie of anderszins commerciële belangen hebben die direct gelieerd zijn aan de schietsport kunnen niet tot bestuurslid worden benoemd.
4. De voorzitter wordt in functie kandidaat gesteld en benoemd door de algemene vergadering.
5. De bestuursleden worden op voordracht van het bestuur of van ten minste vijf (5) leden door de algemene vergadering uit de leden benoemd.
6. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de kascommissie.
7. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie (3) jaren. Een aftredend lid is aansluitend twee (2) maal herbenoembaar. Na afloop van de derde bestuursperiode kan een bestuurslid aansluitend niet meer voor een vierde bestuursperiode worden benoemd dan nadat ten minste een daaropvolgende periode van drie (3) jaren is verstreken.
8. Bestuursleden treden in functie de dag na hun benoeming en treden af aan het eind van de algemene vergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt of waarin zij aftreden. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk tijdens de eerstvolgende vergadering van de algemene vergadering voorzien.
9. Na een benoeming van een bestuurslid worden de functies verdeeld en de taken van ieder bestuurslid vastgesteld, waarvan mededeling wordt gedaan aan de leden. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
10. Een bestuurslid kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de algemene vergadering met twee derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen worden ontslagen of geschorst. Een schorsing kan worden opgelegd voor ten hoogste drie (3) maanden. Behalve wanneer de schorsing eindigt door een besluit tot ontslag of bedanken, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder door een besluit tot opheffing van de schorsing. De algemene vergadering neemt haar besluit niet eerder dan nadat het desbetreffende bestuurslid door de algemene vergadering is gehoord, althans daartoe in de gelegenheid is gesteld.
11. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door overlijden, ontslag, bedanken, door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming en wanneer het lidmaatschap van de vereniging eindigt. Voorts eindigt het lidmaatschap van het bestuur wanneer het bestuurslid wordt benoemd in een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van het bestuur.

Artikel 9 Taken en bevoegdheden bestuur
1. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Het bestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken door commissies of personen doen uitvoeren. Bovendien is het bestuur bevoegd al dan niet tegen betaling werkzaamheden aan derden op te dragen.
3. Indien het aantal bestuursleden beneden het aantal, zoals vermeld in artikel 8 lid 1, is gedaald blijft het bestuur bevoegd.
4. Het bestuur ziet toe op het naleven van de statuten, reglementen en door organen van de vereniging genomen besluiten.
5. Het bestuur is na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.

Artikel 10 Vertegenwoordiging
1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.
2. De vereniging wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuursleden, onder wie de voorzitter, de secretaris of de penningmeester.
3. Het bestuur of twee gezamenlijk handelende bestuursleden kunnen een ander bestuurslid of een derde schriftelijk machtigen om de vereniging te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken.
4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en van de gezamenlijk handelende bestuursleden kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend, kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
5. Personen aan wie, hetzij op grond van deze statuten, hetzij op grond van een volmacht, vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de Desbetreffende rechtshandeling is besloten.

Artikel 11 Beroep tegen beslissingen bestuur
1. De algemene vergadering benoemt een commissie van beroep.
2. De commissie van beroep bestaat uit drie (3) leden, zijnde tevens leden van de vereniging, en wordt benoemd voor een periode van drie (3) jaar.
3. De leden van de commissie van beroep kunnen uitsluitend aaneengesloten twee (2) maal voor eenzelfde periode als lid van de commissie worden herbenoemd. Na afloop van de derde benoemingsperiode kan een lid van de desbetreffende commissie aansluitend niet meer voor een vierde bestuursperiode worden benoemd dan nadat ten minste een daarop volgende periode van drie (3) jaren is verstreken.
4. De leden van de commissie van beroep mogen geen leden van het bestuur zijn.
5. De taken en bevoegdheden van de commissie van beroep worden nader geregeld in een reglement.

Artikel 12 Wedstrijdcommissie
1. Het bestuur stelt de wedstrijdcommissie samen die uit ten minste drie (3) leden bestaat.
2. Een lid van de wedstrijdcommissie wordt benoemd voor een periode van drie (3) jaren. Een aftredend lid is aansluitend twee (2) maal herbenoembaar. Na afloop van de derde benoemingsperiode kan een lid van de wedstrijdcommissie aansluitend niet meer voor een vierde bestuursperiode in de wedstrijdcommissie worden benoemd dan nadat ten minste een daaropvolgende periode van drie jaren is verstreken.
3. De taken en bevoegdheden van de wedstrijdcommissie worden in een reglement geregeld.
4. De wedstrijdcommissie is voor haar handelen verantwoording verschuldigd aan het bestuur.

Artikel 13 Andere commissies
1. Het bestuur en de algemene vergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
2. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat een commissie uit ten minste drie (3) leden. De voorzitter van de commissie wordt in functie benoemd. De leden van een commissie verdelen in onderling overleg de overige functies.
3. Tenzij de taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of in een reglement zijn geregeld, worden deze bij besluit vastgesteld door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld.
4. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het bestuur wanneer zij door het bestuur is ingesteld en aan de algemene vergadering wanneer zij door de algemene vergadering is ingesteld.
5. De leden van een permanente commissie worden benoemd voor de duur van drie (3) jaren en kunnen aansluitend tweemaal voor eenzelfde periode als lid van die commissie worden herbenoemd. Na afloop van de derde benoemingsperiode kan een lid van de desbetreffende commissie aansluitend niet meer voor een vierde bestuursperiode worden benoemd dan nadat ten minste een daaropvolgende periode van drie jaren is verstreken.
6. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht.
7. De kascommissie bestaat uit drie (3) leden die door de algemene vergadering worden benoemd waarvan één reserve. In afwijking van het bepaalde in lid 5 worden de leden van de kascommissie telkens voor één jaar benoemd en kunnen zij aansluitend tweemaal voor de duur van één jaar worden herbenoemd. De kascommissie is belast met het onderzoek zoals vermeld in artikel 15, lid 5. Het lidmaatschap van de kascommissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur.

Artikel 14 Boekhouding en financiën
1. Het boekjaar, tevens verenigingsjaar, van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
2. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit: contributies, bijdragen, boetes, subsidies, legaten en andere inkomsten. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
3. De leden zijn gehouden tot het betalen van de contributie en van de bijdragen die de algemene vergadering vaststelt. Het bestuur kan in bijzondere gevallen geheel of gedeeltelijk ontheffing van de verplichting tot het betalen van een contributie of een bijdrage verlenen.
4. De algemene vergadering stelt de contributie vast.
5. De algemene vergadering kan voor het beoefenen van een bepaalde discipline een afzonderlijke jaarlijkse bijdrage vaststellen.

Artikel 15 Rekening en verantwoording
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van hetboekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de vereniging op te maken en op papier te stellen.
3. Het bestuur brengt op een binnen zes (6) maanden na het einde van het boekjaar te houden algemene vergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door alle bestuursleden. Heeft een bestuurslid de stukken niet ondertekend dan wordt hiervan onder opgave van de redenen melding gemaakt.
4. De algemene vergadering kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen met ten hoogste vijf (5) maanden. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij hun verplichtingen nakomen.
5. Het bestuur is verplicht de op de jaarrekening betrekking hebbende stukken en gegevensdragers door de kascommissie te doen onderzoeken. De kascommissie brengt van haar bevindingen jaarlijks verslag uit aan de algemene vergadering. Het bestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
6. Goedkeuring door de algemene vergadering van de balans en van de staat van baten en lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van het verslag van de kascommissie. Goedkeuring strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken.
7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd, kunnen met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het overbrengen van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.
8. Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven (7) jaren te bewaren.

Artikel 16 Algemene vergadering
1. De algemene vergadering bestaat uit alle niet-geschorste leden van de vereniging.
2. Ieder niet-geschorst lid heeft stemrecht en brengt één (1) stem uit.
3. Een lid is bevoegd zich door een daartoe schriftelijk gemachtigd ander lid te laten vertegenwoordigen. Een lid kan daarbij slechts voor één medelid als gevolmachtigde optreden. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.
4. Een geschorst lid heeft voor de duur van zijn schorsing geen stemrecht.

Artikel 17 Het bijeenroepen van de algemene vergadering
1. Jaarlijks worden twee algemene vergaderingen gehouden:
a. de voorjaarsvergadering die uiterlijk dertig juni wordt gehouden;
b. de najaarsvergadering die uiterlijk dertig december wordt gehouden.
2. Het bijeenroepen gebeurt door een mededeling in het verenigingsorgaan (‘Trefpunt’), rubriek ‘officiële mededelingen’ van de vereniging en door een schriftelijke oproep aan de leden. In afwijking van de vorige zin, kan de oproep tot het bijwonen van de algemene vergadering eveneens geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat het lid voor dit doel aan de vereniging bekend heeft gemaakt, mits het lid met deze wijze van oproeping heeft ingestemd.
3. De termijn van het bijeenroepen van de algemene vergadering bedraagt drie weken. Het bestuur kan in bijzondere gevallen die termijn bekorten.
4. Een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden wanneer het bestuur dit nodig acht.
5. Voorts wordt een buitengewone algemene vergadering gehouden wanneer ten minste zoveel leden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de in de algemene vergadering uit te brengen stemmen het bestuur daarom verzoeken, Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting. Indien het bestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een algemene vergadering te doen houden, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept of door het plaatsen van een advertentie in een veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de algemene vergadering en het opstellen van de notulen.
6. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, bepaalt het bestuur waar en wanneer een algemene vergadering wordt gehouden.

Artikel 18 Toegang algemene vergadering
1. Toegang tot de vergaderingvan de algemene vergadering hebben de leden en diegenen die door het bestuur of door de algemene vergadering zijn toegelaten. Een geschorst lid heeft geen toegang tot de algemene vergadering. Een geschorst lid heeft wel toegang tot de algemene vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld en is bevoegd daarover het woord te voeren.
2. De algemene vergadering gaat in een besloten vergadering over wanneer de voorzitter, het bestuur of ten minste vijf (5) leden hierom verzoeken. Tot een besloten vergadering hebben toegang de leden en degenen die door de algemene vergadering worden toegelaten.
3. De algemene vergadering beslist in een besloten vergadering of de redenen die tot het aanvragen van een besloten vergadering zijn aangevoerd, een besloten vergadering rechtvaardigen. Is dit niet het geval, dan wordt de vergadering weer niet-besloten voortgezet.
4. Over wat in een besloten vergadering is behandeld, kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig waren.

Artikel 19 Agenda
1. Tegelijk met het bijeenroepen van de algemene vergadering wordt de agenda door publicatie per brief of door een mailing middels het verenigingsorgaan (‘Trefpunt’), rubriek ‘officiële mededelingen’ ter kennis van de leden gebracht. Indien het lid op grond van het bepaaldein artikel 17, lid 2 hiermee heeft ingestemd, kan de agenda met bijlagen hem langs elektronische weg worden toegezonden. De agenda wordt tevens bekendgemaakt op de website (in het voor leden toegankelijke deel) van de vereniging.
2. De agenda van de voorjaarvergadering bevat in ieder geval:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige algemene vergadering;
b. het jaarverslag van het bestuur;
c. het financieel verslag van het bestuur;
d. het verslag van de kascommissie;
e. het goedkeuren van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar;
f. het verlenen van decharge aan de bestuursleden;
g. de rondvraag.
3. De agenda van de najaarsvergadering bevat in ieder geval:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige algemene vergadering;
b. het vaststellen van contributies en van andere bijdragen
c. het vaststellen van de begroting voor het volgende boekjaar;
d. de rondvraag.
4. Uiterlijk tien dagen voor de dag van de algemene vergadering kunnen ten minste vijf (5) leden een voorstel of amendement schriftelijk bij het bestuur indienen, dat voorzien is van een toelichting. Het bestuur kan nog een later voorstel aan de agenda toevoegen.
5. De algemene vergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld.

Artikel 20 Quorum
1. Geldige besluiten kunnen alleen genomen worden in een algemene vergadering waarin de aanwezige leden ten minste een/derde van het aantal stemmen vertegenwoordigen, dat door een volledige algemene vergadering kan worden uitgebracht.
2. Indien het vereiste aantal leden der vereniging niet ter vergadering aanwezig is, kan in een volgende vergadering, te houden op een termijn van niet langer dan vier weken, een besluit over het voorstel worden genomen ongeacht het ter vergadering aanwezige aantal leden, mits met een meerderheid van ten minste drie/vierde der uitgebrachte geldige stemmen.

Artikel 21 Besluiten
1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de vereniging worden genomen. Lid 8 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de vergadering van de algemene vergadering.
2. De voorzitter van een orgaan of van een commissie leidt de vergadering, De algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur. De voorzitter stelt daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen.
3. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Indien stemmen staken is het voorstel verworpen.
4. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht door een geschorste stemgerechtigde en, wanneer schriftelijk is gestemd, blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
5. Tenzij in de statuten anders is bepaald, brengt iedere stemgerechtigde in de desbetreffende vergadering één stem uit.
6. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. In beide gevallen kan de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze van stemmen besluiten. In elk geval wordt schriftelijk gestemd wanneer een stemgerechtigde een schriftelijke stemming verlangt.
7. Indien bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste stemming een gewone meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald. Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden. Benoemd is die kandidaat die bij de tweede of de derde stemming de gewone meerderheid haalt of door loting na een derde stemming is aangewezen.
8. Bij een schriftelijke stemming in de algemene vergadering benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden die geen bestuurslid mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen, berekent de uitslag en doet daarvan mededeling.
9. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering dit verlangt of wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde een stemgerechtigd lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
10. Over alle voorstellen en voorstellen tot wijziging wordt in volgorde van indienen gestemd, tenzij naar het oordeel van de voorzitter een later ingediend voorstel een verder reikende strekking heeft dan een eerder ingediend voorstel en daardoor eerder dient te worden behandeld.
11. Wanneer een voorstel tot wijziging is ingediend, komt dit eerst in stemming. Een voorstel tot wijziging van een geagendeerd onderwerp mag niet de strekking hebben het doel van het voorstel te wijzigen of aan te tasten, zulks ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter.

Artikel 22 Reglementen
1. De organisatie van de vereniging alsmede de taken en bevoegdheden van haar organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen.
2. Reglementen worden met een gewone meerderheid door de algemene vergadering vastgesteld en gewijzigd.
3. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen treden in werking op de veertiende dag na de dag waarop de algemene vergadering tot vaststelling of wijziging van het reglement heeft besloten. In de statuten, in een reglement of bij besluit van de algemene vergadering kan een andere datum van inwerking treden worden bepaald. Van een nieuw reglement en van een wijziging van een reglement wordt in de officiële mededelingen of op andere wijze mededeling aan de leden gedaan met vermelding van de datum van inwerkingtreding.
4. In gevallen waarin de statuten en een reglement niet voorzien, beslist het bestuur.
5. Ieder lid wordt geacht de statuten en reglementen te kennen, waaronder begrepen de wedstrijdbepalingen.
6. Alle officiële mededelingen van organen van de vereniging worden bekend gemaakt in het verenigingsorgaan (‘Trefpunt’), rubriek ‘officiële mededelingen’ van de vereniging. De officiële mededelingen kunnen ook op de website van de vereniging bekend worden gemaakt en aan leden, die hiermede hebben ingestemd, langs elektronische weg worden toegezonden.

Artikel 23 Wijziging van statuten
1. In de statuten van de vereniging kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten wordt voorgesteld. De termijn voor de oproep tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste drie (3) weken.
2. Zij die de oproep voor de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben verzonden, moeten ten minste twee (2) weken vóór de dag van de algemene vergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen en die is voorzien van een toelichting, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de algemene vergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot wijziging van de statuten wordt door de algemene vergadering met ten minste twee derde (2/3) van de ter vergadering uitgebrachte stemmen genomen. Een wijziging van artikel 24 lid 6 behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de KNSA of haar rechtsopvolger.
4. Het bepaalde in lid 2 en 3 is niet van toepassing wanneer in de algemene vergadering alle leden aanwezig zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
5. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
6. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister.

Artikel 24 Ontbinding en vereffening
1. Een besluit tot ontbinding van de vereniging kan alleen worden genomen in een daartoe speciaal bijeengeroepen algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2, 3 en 4 van het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing.
2. Indien de algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging heeft besloten, treden de bestuursleden als vereffenaar op, tenzij de algemene vergadering de vereffening aan een of meer derden opdraagt.
3. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit voor het vereffenen van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan wordt aan de naam toegevoegd “in liquidatie”.
4. De algemene vergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de vereniging gedurende zeven jaar na afloop van de vereffening bewaart. De algemene vergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen. Is geen bewaarder aangewezen en is de laatste vereffenaar niet bereid te bewaren, dan kan de bevoegde rechter op verzoek van een belanghebbende uit de leden een bewaarder aanwijzen.
5. Na het besluit tot ontbinding van de vereniging beslist de algemene vergadering welke bestemming aan het batig saldo na vereffening wordt gegeven. Deze bestemming dient aan te sluiten bij de doelstellingen van de vereniging.
6. Ontbinding, vereffening en bestemming aan het batig saldo is enkel mogelijk na overleggen van de besluiten aan en expliciet schriftelijke toestemming krijgen hierover van het bestuur van de KNSA of haar rechtsopvolger.

 

OK

Wij gebruiken cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruiksgemak te verbeteren.
Klik op "OK" om het gebruik van cookies te accepteren.